woensdag 24 april 2013

Goochelen met Getallen (2)


In mijn vorige blog heb ik het gehad over de premie- en belastingopbrengsten van de BES-eilanden. Op basis van de gegevens van de Belastingdienst blijkt dat deze opbrengsten in 2011 € 86 miljoen en in 2012 € 90 miljoen waren. En niet 60 miljoen euro zoals minister Plasterk meldde in de Tweede Kamer. Voor de volledigheid, de Rijksbegroting raamt voor 2013 de inkomsten vanuit de BES-eilanden op € 92 miljoen.

Veel lastiger is het om er achter te komen wat Nederland uitgeeft aan de BES-eilanden. De Tweede Kamer heeft al in 2011 in een motie gevraagd om een overzicht van het geld dat de Rijksoverheid aan de BES-eilanden uitgeeft. Pas voor dit begrotingsjaar hebben de ministeries opgegeven hoeveel geld in hun begroting voor de drie eilanden is opgenomen: € 234 miljoen. ( http://www.eerstekamer.nl/behandeling/20120918/memorie_van_toelichting_7/document3/f=/vj30e2qub5zm.pdf ).

Maar wat betekent die € 234 miljoen eigenlijk, is dat veel of weinig? Kijkend naar het aantal inwoners op de BES-eilanden geeft de Rijksoverheid € 10.000 per hoofd van de bevolking uit. Dat is minder dan Europees Nederland waar € 15.000 per inwoner wordt uitgegeven. Stel dat de Rijksoverheid ook € 15.000 per BES-inwoner zou uitgeven dan zou er geen € 234 miljoen op de Rijksbegroting staan maar € 346 miljoen. Vanuit dit perspectief worden de BES-eilanden dus zuinig bedeeld.   

Een groot probleem met het beoordelen van de verschillende begrotingen is dat de opgevoerde bedragen onderling niet vergelijkbaar lijken te zijn. Sommige ministeries nemen zowel eenmalige als structurele uitgaven op in hun begroting, terwijl andere ministeries de eenmalige uitgaven verantwoorden via hun baten-lasten dienst en uitsluitend werken met de structurele gevolgen daarvan voor hun begroting. Als de eenmalige kosten buiten beschouwing blijven is de bijdrage van Nederland aanzienlijk lager dan € 234 miljoen. 

Toch leveren de verschillende begrotingen interessante informatie op. De ministeries die het meeste geld uitgeven op de BES-eilanden zijn Volksgezondheid en Onderwijs. Volksgezondheid is van plan in 2013 € 77 miljoen (33% van de begroting) uit te geven. Onderwijs staat met € 52 miljoen (22%) op de tweede plaats. Naar Veiligheid en Justitie gaat € 32 miljoen (14%), eenzelfde bedrag wordt uitgegeven aan het BES-fonds (14%). Een opmerkelijk verschil met Nederland zijn de uitgaven van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. In Nederland staat dit ministerie met 28% van de totale uitgaven op de tweede plaats, op de begroting van de BES-eilanden gaat slechts 9% naar sociale zekerheid. Relatief weinig geld, zeker tegen de achtergrond van de grote armoedeproblematiek op de eilanden. 

Niet alleen de omvang van bedragen die de ministeries aan de eilanden uitgeven is van belang: wat vooral relevant is waar dat geld aan wordt uitgegeven. Een voorbeeld. Het ministerie van Onderwijs heeft enkele jaren geleden vastgesteld wat de problemen zijn. Op basis daarvan zijn verbeterplannen gemaakt. Deze week werd voor de tweede keer een Onderwijsconferentie gehouden - op Saba - waarbij in aanwezigheid van honderd betrokkenen de resultaten zijn besproken. Die systematische aanpak is ook terug te zien in de begroting van Onderwijs: in 2013 wordt op de BES-eilanden procentueel bijna twee keer zoveel geld aan onderwijs uitgeven als in Europees Nederland. Uit de begroting blijkt wat daar de reden van is: het 'verbetertraject' zoals de bouw van nieuwe scholen en extra begeleiding in het onderwijs. Er zijn vele miljoenen mee gemoeid maar wanneer de verbeteringen zijn gerealiseerd is het ook afgelopen. Resultaat is dat in 2017 aan onderwijs in Europees en Caribisch Nederland procentueel ongeveer even veel worden uitgegeven. Een duidelijk verhaal.  

Die transparantie staat in schrille tegenstelling tot de begroting van Volksgezondheid, met kop en schouder het ministerie dat het meeste geld aan de BES besteed. Terwijl voor alle ministeries te achterhalen is waar het geld aan wordt uitgegeven, is de begroting van Volksgezondheid uiterst ondoorzichtig. Jeugdzorg en Ziektepreventie worden apart genoemd, maar dat zijn minimale kosten vergeleken met de grootste post Zorguitgaven. Die staan in 2013 voor € 71 miljoen op de begroting. Zonder enige uitleg. Een black box. Geen specificatie naar eerste,- of tweedelijnszorg, geneesmiddelen, tandheelkunde, overhead enz. enz. Bovendien blijft de post Zorguitgaven maar oplopen: van 71 miljoen euro in 2013 tot 96 miljoen in 2017. De vraag is welk beleid en ambitieus verbeterplan aan die kostenstijging ten grondslag liggen? In dat verband is het opmerkelijk dat minister Schippers in haar brief van 24 april 2013 meldt dat 'het Zorgverzekeringskantoor BES bovendien is gevraagd een zorgplan te maken voor de periode 2013-2017, maar dat de ontwikkeling daarvan pas kort geleden is begonnen'. Raar verhaal. Het ministerie van Volksgezondheid (een 'gezant') is al in 2009 gestart met het ontvouwen van de Haagse plannen voor de gezondheidszorg op de BES.   

Het aandeel van Volksgezondheid kan nog wat scherper in perspectief worden gezet: in 2013 gaat 33% van de 'BES-begroting' naar Volksgezondheid, in 2017 loopt dat op tot maar liefst 43%. Het maakt tegelijkertijd de bezuinigingen die minister Schippers wil doorvoeren zo bedenkelijk: mijn beeld is dat de kosten voor de eerstelijnszorg (bijvoorbeeld huisarts, tandarts, fysiotherapie) redelijk in beeld zijn maar hoe zit dat eigenlijk met de tweedelijnszorg: vooral de kosten die zijn gemoeid met ziekenhuis Mariadal. Hoe kan het dat dit ziekenhuis de salarissen met 10% heeft verhoogd terwijl tegelijkertijd dit jaar één miljoen euro moet worden bezuinigd door zorgverleners in de eerstelijnszorg. Wat moet een klein ziekenhuis met 90 bedrijfsauto's? 

In de zoektocht naar meer inzicht in de kosten die de Rijksoverheid voor de BES-eilanden maakt, heb ik deze week verzoeken gericht aan drie ministers op grond van de Wet Openbaarheid Bestuur, de meeste vragen zijn naar het ministerie van Volksgezondheid.  

Nog een laatste detail. Veel mensen hebben het ongemakkelijke gevoel dat de lokale overheid niets meer heeft te zeggen, dat Nederlandse ambtenaren de dienst op de eilanden uitmaken. Een analyse van de Rijksbegroting bevestigt dat beeld. Van de  € 234 miljoen op de 'BES-begroting', gaat € 32 miljoen  (14%) naar de eilandelijke overheden als Vrije Uitkering (BES-fonds). De rest is 'wie betaalt, bepaalt'. Anders gezegd: de uitspraak van voormalig BES-commissaris Henk Kamp 'uw lokale overheid is de belangrijkste overheid' blijkt een sprookje te zijn.  




http://www.vandorp.net/titel.asp?id=202

zaterdag 20 april 2013

Goochelen met Getallen


Op 20 maart 2013 vergaderde de commissie Koninkrijksrelaties van de Tweede Kamer met Plasterk. Over de financiële situatie van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Interessante cijfers. Nederlandse ministeries hebben voor 2013 in totaal € 230 miljoen op de begroting staan voor de BES-eilanden. Een hoop geld roept het ene Kamerlid, ongeveer € 10.000 per inwoner. Een ander Kamerlid merkt op dat de Nederlandse overheid € 15.000 per Europese Nederlander uitgeeft. De minister antwoordt dat er natuurlijk ook geld van de eilanden binnenkomt aan belasting en premies: ongeveer € 60 miljoen euro. Conclusie in de Kamer: de BES-eilanden kosten de Nederlandse belastingbetaler per saldo € 170 miljoen. Dat getal zet zich vast in het geheugen van veel mensen aan beide zijden van de oceaan. Veel geld hè, we moeten toch maar blij zijn dat Nederland zo veel geld is ons steekt.

Maar kloppen die cijfers eigenlijk wel? Ik heb als zo vaak verschillende getallen voorbij zien komen, hoe zit het nu echt? Onlangs heb ik - samen met Wietze Koopman die regelmatig over het nieuwe belastingsysteem heeft geschreven - een verzoek ingediend bij de Belastingdienst Caribisch Nederland. Een officieel verzoek, op de grond van de Wet Openbaar Bestuur, naar de opbrengsten van belastingen en premies in 2010, 2011 en 2012. Deze week kregen we de cijfers, de op kasbasis gerealiseerde opbrengsten.

Nog even terug naar 2010. In het oude Nederlandse-Antilliaanse belastingstelsel leverden de BES-eilanden het land NA op jaarbasis $ 52 miljoen. Afspraak was dat de totale opbrengst van het nieuwe BES-belastingstelsel ook ongeveer $ 52 miljoen zou moeten zijn. Bovendien zou de totale lastendruk (belastingen en premies) gelijk blijven. Maar in de zomer van 2011 bleek dat er meer belastinggeld binnenkwam dan gedacht: $ 63 miljoen dollar in plaats van de oorspronkelijk geraamde $ 52 miljoen. Staatssecretaris Weekers van Financiën besloot tot een lastenverlichting van bijna vier miljoen dollar en na een inflatiecorrectie van nog eens drie miljoen bleef er $ 5 miljoen over voor een verdere lastenverlichting. In de Tweede Kamer morden sommige politici over die lastenverlichting. Hoezo? Waarom moet de meeropbrengst teruggeven worden aan burgers en bedrijven op de BES-eilanden? We maken toch ook veel kosten voor de eilanden. Maar Weekers hield voet bij stuk, dit was nou eenmaal de afspraak die was gemaakt.
 

Uit de cijfers die we van de Belastingdienst hebben ontvangen blijkt een gegoochel met getallen in 'Den Haag'. Onthutsend. Minister Plasterk heeft de Tweede Kamer op 20 maart op zijn minst onvolledig voorgelicht met 60 miljoen euro aan belasting- en premieopbrengsten.

Wat zijn de gerealiseerde opbrengsten in 2011 en 2012 dan wel? Fasten your seatbelts! De opbrengst van belastingen (direct en indirect) en premies bedroeg in 2011 $ 112 miljoen en in 2012 $ 117 miljoen. Omgerekend naar euro's (koers 1,3) brachten de BES-eilanden de afgelopen twee jaar € 86 miljoen en € 90 miljoen in het laatje van de Rijksoverheid. Ik begrijp nu ook waarom ik al twee jaar lang worstel met de cijfers. Het ziet er naar uit dat er eigenlijk al vanaf het begin alleen rekening is gehouden met belastingen (direct en indirect) en niet met premies. Ook de discussies met politiek Den Haag over het 'dure leven' komen ineens in een ander licht te staan.

Burgers en bedrijven betalen niet alleen belasting en premies aan de Rijksoverheid, ook betalen zij belastingen die door de lokale overheid worden opgelegd. Denk aan erfpacht en motorrijtuigenbelasting. Het totale bedrag dat aan 'de overheid' moet worden betaald heet de collectieve lastendruk. Wat is die op de BES-eilanden? Een jaar geleden deed bureau Ecorys een onderzoek naar de koopkracht. De onderzoekers constateerden dat de collectieve lastendruk op de drie eilanden in 2011 fors was gestegen ten opzichte van voorgaande jaren. Van 25,7% in 2010 tot 32.6% in 2011. Ecorys maakte gebruik van voorlopige cijfers over de belastingopbrengsten in 2011. Nu we weten wat de gerealiseerde opbrengst is, blijkt dat de collectieve lastendruk in 2011 nog hoger was dan door Ecorys vastgesteld: het juiste cijfer is 33,8%.

Wat betekent dit concreet? Op de BES-eilanden ging in 2010 van iedere $100 dollar er $ 25,70 naar de overheid, in 2011 ging van iedere $100 er $33,80 naar de overheid. Tegelijk zijn de ook de prijzen voor het levensonderhoud sinds 2011 enorm gestegen. In feite is dit in een notendop het verhaal van de toenemende armoede op de drie eilanden. Een vergelijking helpt soms om zaken nog wat scherper te krijgen. In 2011 bedroeg de collectieve lastendruk in Europees Nederland 37,2% dat wil zeggen 3,4% hoger dan in Caribisch Nederland. Maar de burgers in Europees Nederland hebben wel huursubsidie, kinderbijslag, een prachtig wegennet, iedere dag water uit de kraan, riolering, openbaar vervoer enz. enz.

Het is ronduit ontluisterend dat een coördinerend minister maar wat roept als het gaat om de financiën van de BES-eilanden. Dat niet alleen, ook dat Kamerleden geen boodschap lijken te hebben aan eerder gemaakte bestuurlijke afspraken.

Er is iets grondig mis!
 
 
 

zaterdag 13 april 2013

Paradise lost?


Twee gewelddadige overvallen binnen enkele uren. Drie gewonden. Bloederige foto's. Een oude dame vastgebonden terwijl de overvallers haar winkel en huis doorzoeken. Afschuwelijk. Zeven overvallen binnen tweeënhalve week.

Gisteren organiseerde korpschef Jan Rooijakker een persconferentie over de golf van overvallen die Bonaire in zijn greep heeft. De overvallen zijn geen 'incident' meer maar een 'probleem'. Dat vraagt om een andere aanpak. De politie heeft een apart team gevormd dat rechtstreeks rapporteert aan de korpschef en hoofdofficier van justitie David van Delft. Belangrijk zijn ook de cijfers: dit jaar zijn er tot april 15 berovingen geweest, in 2012 waren dat er 13 en in 2011 nog 11. Twee jaar geleden was de recherche op slechts 30 procent van zijn sterkte, nu op 75 procent.

De overvallen passen in een verontrustende toename van de criminaliteit. Opvallend is dat zowel Van Delft als Rooijakker expliciet een verband leggen met het 'dure leven' en de toenemende armoede. Overvallers nemen behalve de laptop en televisie ook de inhoud van de koelkast mee. Eten voor thuis.

Niet alleen op Bonaire, ook op Sint Eustatius en Saba neemt de criminaliteit toe. Zo voorspelbaar. De kloof tussen rijk en arm, tussen mensen die het dure leven wél en degenen die dat niet kunnen betalen, wordt steeds groter. Dat zet kwaad bloed. Terwijl een deel van de autochtone bevolking verarmt, komen er vanuit Europees Nederland nieuwe welgestelde inwoners binnen die Bonaire als 'hun' eiland beschouwen. In huizen wonen die voor de lokale bevolking onbetaalbaar zijn en die kunnen kopen wat ze willen. Geen flauw idee hebben van de ingewikkelde samenleving waar ze terecht zijn gekomen: 'dit is Nederland'. Dat is vragen om problemen.

De korpschef stelt terecht dat criminaliteit in de samenleving begint en dat er een taak ligt voor ouders, scholen, sportverenigingen. Maar er is meer aan de hand. Wat ik het meest verontrustend vind is de toename van geweld. Waarom niet alleen iemand van zijn spullen beroven maar ook flink slaan en steken? Waar komt die meedogenloosheid vandaan? De daders hebben er ook zichzelf mee want als ze gepakt worden, vallen hun straffen flink hoger uit. Het lijkt wel alsof ze dat niet kan schelen, onverschillig, het maakt toch niet uit. Misschien is dat ook wel zo. De integratie binnen Nederland heeft gezorgd voor een cultuurschok. Tegenover verbeteringen in vooral materiële zin, staat het gevoel van ontworteling dat onder veel Bonairianen leeft, het gevoel langzamerhand vreemdeling te worden op eigen eiland. Nu nog de meerderheid, binnenkort niet meer. Er is ook niemand die de onvrede en onderbuikgevoelens serieus bespreekbaar maakt en probeert een helpende hand te reiken.  

Drie van de vijftien overvallen dit jaar zijn opgelost, bij één van de laatste overvallen werden de daders door een efficiënt samenspel tussen politie, media en bevolking binnen een paar uur in de kraag gegrepen. De twee verdachten komen van Curaçao, verbleven al een tijdje op het eiland. Als toeristen. De korpschef bevestigde wat ik al vaker had gehoord; dat behalve lokale daders tegenwoordig ook sprake is van criminaliteitstoerisme. Kom, laten we een paar dagen naar Bonaire gaan om daar onze slag te slaan. Waarom? Dat is niet zo moeilijk te bedenken. Hoofdrol in het criminaliteitstoerisme speelt ongetwijfeld de Bonairiaanse gevangenis, in de volksmond het vijfsterren resort in hartje Kralendijk. Gedetineerden hebben een mooie televisie in de cel, airco in de recreatieruimte en een dagprogramma. En niet onbelangrijk: drie keer per dag eten volgens de Schijf van Vijf. Vaak een beter leven dan thuis. Hoofdofficier Van Delft krijgt af en toe zelfs verzoeken van gevangenen van andere eilanden of ze hun straf op Bonaire mogen uitzitten.

De gevangenis op Bonaire is een juweeltje in de Caribische regio, Nederland is er trots op dat het complex aan internationale normen voldoet. Ik zeg niet dat gevangenen niet goed behandeld moeten worden. Wel dat een gevangenis die qua voorzieningen en veiligheid met kop en schouders boven andere gevangenissen in de regio uitsteekt, een gevaarlijke aantrekkingskracht kan hebben. Het is voor een doorgewinterde overvaller op Curaçao of in Venezuela veel interessanter om op Bonaire overvallen te plegen. Of ze nu meteen op Bonaire of uiteindelijk na een tijdje op Curaçao of elders worden opgepakt, ze komen hier hun straf uitzitten. Calculerende criminelen.


Ik moet eerlijk zeggen dat mij soms een droevig gevoel over de toekomst van Bonaire bekruipt. Paradise Lost. Toch was er op dezelfde dag als de persconferentie van de korpschef een hartverwarmend lichtpuntje. Sinds kort heeft Bonaire een Consumentenbond, Unkobon. Onafhankelijk van de overheid, uniek voor het eiland. De 250 leden betalen jaarlijks een tientje. Eind vorig jaar spande de bond een kort geding aan tegen het Water- en Elektriciteitsbedrijf over een tariefsverhoging. Gisteren sloot Celia Fernandes Pedra, de voorzitter van de Consumentenbond, een overeenkomst met de directie van het WEB. Een van de afspraken is dat het energiebedrijf in totaal $100.000 terug betaalt aan alle huishoudens met een elektriciteitsaansluiting, $10 tot $15 per huishouden.

Bonaire is een diep verdeeld eiland waar eigenbelang volop regeert, er is weinig interesse voor het algemeen belang. 'Als het mij maar goed gaat, de rest interesseert me niet'. Het is voor Bonaire bijzonder dat een organisatie zo nadrukkelijk de belangen van iedereen behartigt, niet alleen de belangen van de eigen leden. Het laat ook zien dat burgers, die de moed hebben zich onafhankelijk van de overheid te organiseren, met geduld en de kracht van argumenten resultaten kunnen boeken. Hoopgevend. 

 

 


 

vrijdag 5 april 2013

Flying doctors


'De kosten van medicijnen op Bonaire, Sint Eustatius en Saba zijn veel te hoog'. Volgens de Bonairiaanse gedeputeerde voor Volksgezondheid Serfilia heeft de Rijksoverheid in 2012 zeven miljoen dollar uitgegeven aan farmaceutische zorg en dat is kennelijk meer dan gedacht. Een wonderlijk bericht, ik begrijp er niets van. In 2010 hielden Haagse ambtenaren de lokale apothekers voor dat Nederland de beste farmaceutische zorg ter wereld heeft, die moest er dus ook op de BES-eilanden komen. Dat betekende wel nationalisatie van apotheken, die onderdeel werden van het ziekenhuis Mariadal, én een ander voorschrijfgedrag van artsen. Voortaan de goedkopere generieke medicijnen in plaats van spécialités, de duurdere merkgeneesmiddelen. Een verandering die bij veel patiënten tot onzekerheid leidde. Een jaar geleden las ik nog een juichend artikel dat de introductie van generieke medicijnen tot een besparing van zestig procent had geleid. Overigens betekent zeven miljoen dollar voor 22.000 inwoners een gemiddelde van $ 318 (€ 245). Dat valt mee vergeleken met het Nederlandse gemiddelde van € 347 per inwoner in 2010. Het Nederlandse cijfer heeft bovendien alleen betrekking op geneesmiddelen die door gewone apotheken zijn verstrekt, de ziekenhuisapotheken vallen er buiten.

De gezondheidszorg op de BES staat onder druk met de door minister Edith Schippers aangekondigde bezuinigingen. Om te beginnen twee miljoen dollar in 2013. Maar bezuinigen kan ook een impuls zijn om het door Nederland in 2011 bedachte systeem van gezondheidszorg eens grondig tegen het licht te houden. Een onafhankelijke blik: werkt het in de praktijk zoals gepland, is dit het eindmodel? Hoe blijven de kosten beheersbaar? Maar er zijn meer vragen die gesteld kunnen worden. Ik volg de veranderingen in de gezondheidzorg op de BES-eilanden al vanaf 2009 toen een 'gezant' van het ministerie van Volksgezondheid in een interview met Medisch Contact de huisartsen op Bonaire met denigrerende uitspraken in de gordijnen joeg. Wat me langzamerhand is gaan opvallen is dat het er op lijkt dat de arts-patiënt relatie op de BES-eilanden van ondergeschikt belang lijkt te zijn.

Een van de keuzes in de huidige opzet van de gezondheidszorg is de Nederlandse scheiding tussen eerste lijn (huisarts) en tweede lijn (medisch specialisten). Maar werkt dat op een klein eiland in een tropisch klimaat 9000 kilometer verder? Om te zorgen voor meer medische specialismen is het ziekenhuis op Bonaire een samenwerkingsverband aangegaan met academische ziekenhuizen in Nederland. Iedere drie tot zes maanden worden nieuwe artsen ingevlogen. 'Heb je altijd al een keer in het buitenland willen werken, dan is dit je kans!' Veelbelovende advertenties. Voor vooral jonge artsen een aantrekkelijk avontuur. Maar aan het invliegen van Nederlandse artsen kleeft ook een groot nadeel. Hoe moet een patiënt een vertrouwensrelatie opbouwen met een arts die bij een volgend consult al weer terug is naar Nederland, dat is wel erg vrijblijvend.

In het verleden gingen patiënten naar de specialist op Curaçao of specialisten kwamen op vaste dagen naar Bonaire om spreekuur te houden. Patiënten die jarenlang hun 'eigen' specialist hadden moesten daar afscheid van nemen en zijn nu vaak aangewezen op steeds weer een andere specialist. De eerste gynaecoloog die een zwangere vrouw aan het begin van haar zwangerschap ziet, is meestal niet degene die haar bevalling begeleidt.

Er zijn boekenkasten vol geschreven over het belang van een goede arts-patiënt relatie. Patiënten, zeker degenen die hun specialist vaker zien, moeten vertrouwen hebben in hun behandelend arts. Zich veilig voelen. Alles durven zeggen wat voor een diagnose en in het genezingsproces van belang is. Een arts die zijn patiënten vaker ziet, weet wie hij voor zich heeft, hoeft het dossier niet te raadplegen om relevante details te weten. Kan door kennis van achtergronden van de patiënt verbanden leggen bij een diagnose. Dat kan soms levensreddend zijn. Voor een tijdelijk aanwezige arts is het ook niet gemakkelijk; die moet het doen met het dossier dat door voorgangers is opgesteld. Zal ik voor de zekerheid toch ook maar een bloedonderzoek laten doen of foto's laten maken?

Een grote hindernis is ook dat arts en patiënt op Bonaire tegenwoordig vaak letterlijk niet dezelfde taal spreken. Bij eenmalige contacten is dat misschien nog niet zo'n probleem, maar een patiënt zal maar de diagnose kanker krijgen. Het lijkt me vreselijk: een ernstig medisch probleem hebben en daar niet in de taal waarin ik me het beste kan uitdrukken met de dokter over kunnen praten. Zoeken naar de juiste woorden of de hulp van een tolk.

Laat duidelijk zijn, ik heb geen oordeel over de vakbekwaamheid van de uit Nederland ingevlogen artsen. Maar waar over nagedacht zou moeten worden is wat het effect is van de Nederlandse flying doctors. Artsen zijn geen bouwvakkers die je voor drie maanden kunt invliegen maar sleutelfiguren in datgene wat voor iedereen uiteindelijk het belangrijkste is: gezondheid. Er is geen enkele reden om te veronderstellen dat de arts-patiënt relatie op de BES-eilanden minder belangrijk is dan in Nederland.

Misschien moet overwogen worden om deels terug te keren naar de oude situatie waarbij veel meer gebruik wordt gemaakt van specialisten uit Curaçao en Aruba. Het is duidelijk dat minister Schippers geen vertrouwen heeft in het Sint Elisabeth ziekenhuis op Curaçao, dat heeft ze al vaak genoeg gezegd. Het ziekenhuis is inderdaad dringend aan vervanging toe. Maar dat wil niet zeggen dat de specialisten die daar werken niet aan de maat zijn, dat zijn juist vaak aan Nederlandse universiteiten opgeleide artsen. Spreken Papiaments. Waarom geen mix van uit Nederlandse afkomstige artsen die voor een langere periode blijven en medisch specialisten van de zustereilanden die enkele dagen per week naar Bonaire komen. Voor een goede arts-patiënt relatie zou dat wel eens een gezondere en oplossing kunnen zijn. En goedkoper.



http://www.vandorp.net/titel.asp?id=202